2.
Vanaf ongeveer 3300 v. Chr. beginnen mensen dit metaal te gebruiken.
3.
Een moeilijk woord voor ‘op volgorde van tijd’.
4.
De farao die het oudste stenen gebouw ter wereld liet bouwen.
5.
Een kleine nederzetting waar de meeste inwoners van landbouw leven.
6.
Spullen die met een overledene worden meegegeven.
7.
Beschermgod van de farao, met de kop van een valk.
8.
De godin van de magie, vruchtbaarheid, en liefde.
10.
Dit maakten Egyptenaren van het lichaam van een overledene.
11.
Verhalen over goden, halfgoden, en grote helden.
12.
Een verzameling van verhalen over goden, halfgoden, en grote helden.
13.
Het noordelijke deel van het land heette …?...-Egypte.
14.
Een geschenk voor een god.
15.
De god van de onderwereld.
16.
Het geloof in meerdere goden.
17.
Mensen die voor de vele tempels in Egypte werkten.
18.
De god van de zon en heerser over alle goden.
19.
De sleutel tot het Egyptische schrift werd ontdekt bij deze plaats.
20.
God van de woestijn, duisternis, storm, en geweld.
21.
Gebouw voor de verering van een god.
22.
Een belangrijke stad in het oude Egypte.
23.
Na de farao de hoogste bestuurder van Egypte.
