nederlands woordenschat deel 5-8 (ww = nederlands)

Edit Answers
YXUXJTGSEWHSATHNVMÈEKUAVOGQWEU FFWEVENEMENTAWMELATEZTNOALLPJK EYOETAMRETIUUNTIZËCCVCJPZAEHXQ NTNAWREVACCENTUERENCNBEËXAENJZ OXZLSKFPËTDUBIËHVËAEENESAGRËFL MTXRYAANZIENDIUDSRRRKINËMEUIÈX ELEXOITFOGËDNFALRUUOTICKILTLKR NHCSITPYRCNTSSEIESOAZXDELLLAIJ AJEDITIECEEUANÈNSINEUGXICIUCBR AHEITIBMARKVKRIEEIGRRTOTIFCIBA LMUSREVINUBTEMLNBNNIPNWNTIIMEA UNZNIAAAXÈNBFBDMECMEMËHENËTELJ JXKJNNAWRYTBNBODVAPCRTXDARLHIB LNVJTTËJGQVETCAQSNZWJËSIYTUCNA BEUKENRANDANIMATIEQICREWCWMMGN PRLLREXTREEMOHNRZHBAOBHRNELEOJ ÈEWBAKVËMWCNREUYROMANTISCHFIÈZ XTUACULRBWLMLRUORYPNGHHXMËURUT LSPGTRWGOKOEVCQËANÈWCSZRDLNZFF XEKUILPEBÈBIQUCWEGALLETSTOCTIE HRGNEËPYRBEACTMTRANALYSEHBTFLP ARPSFWSÈAEINTRODUCERENKHWJIYOY MAATEKVKSLNHVJAESOROPOETSOOSST SVVIUKPQRBDCSBPWCIMAXIMAALNIOO TBIGNEJILVMÈGWYKOLONISTGÈJEEFT RYLJPCOMMERCIEELOBRPZDÈKOZRKIO IWJDEINENPARTICULIERMDXOHËEBER NËOAFKICKCENTRUMVNEDNAHPONNËQP GJEUJAMYERMUITERIJUONEREFMOIRT UZNQKFREESTYLENËIIBQGEDIJENQRK
1.
een optreden of deel van een optreden
2.
gedrevenheid
3.
hard slaan of kloppen
4.
gericht op het maken van winst
5.
langzaam op en neer gaan
6.
een versie
7.
een belangrijke gebeurtenis
8.
onderling samenwerken
9.
luid en uitbundig roepen
10.
zachtjes golven
11.
door schrik verbijsterd de ont
12.
lichtgebouwd huisje of overdekte
13.
in parken
14.
naast de hoofdactiviteit
15.
zonder rekening te houden met de werkelijkheid
16.
geul in een strand of schor
17.
zachtjes neerleggen
18.
beklemtonen
19.
het onderzoek
20.
een niet-bevroren plek in het ijs
21.
met een verborgen betekenis
22.
werken
23.
makkelijk overleven
24.
voordelig
25.
dezelfde
26.
wie als een van de eersten een bepaald gebied betreedt
27.
snellere afbraak dan aanmaak van bot (bv bij ouder worden) waardoor de botten broos worden en de kans op breuken stijgt
28.
de ruimte
29.
achting/gunstige mening omtrent iemand
30.
tikkertje spelen op gymtoestellen
31.
aanhouden
32.
een vereniging
33.
de samenvoeging
34.
scheppen
35.
tot de grens gaand
36.
lichamelijk
37.
een levensbeschouwing
38.
improviseren
39.
onwettig
40.
een kostschool
41.
voorstellen
42.
het maximum bereikend
43.
uit (elementen van) verschillende culturen samengesteld
44.
rondzwervend gezin/gezin zonder vaste woonplaats
45.
niet voor iedereen toegankelijk
46.
oorspronkelijke model
47.
buitengewoon/extreem
48.
trekken van overeenkomst vertonend
49.
een therapeutische inrichting waar je een ontwenningskuur kunt volgen
50.
een hoogtepunt dat uitblijft aan het einde van een verhaal
51.
een verwonding of een letsel
52.
een loopbaan
53.
scheikundige stoffen
54.
verbazingwekkend
55.
een vertrokken gelaatsuitdrukking waarbij te zien is dat iemand pijn heeft
56.
een spier aan de onderkant van het dijbeen
57.
stukjes gepaneerde en gefrituurde vis
58.
verheerlijken
59.
oproer van krijgs- of scheepsvolk
60.
(Antwerps dialect) een vreemde/rare kerel
61.
zegevieren
62.
een sombere stemming
63.
binnenkort te verwachten